NL
30
De aangepaste witbalanswaarde
opslaan in geheugen A of B
1 Zet de schakelaar voor het
witbalansgeheugen op A ( A) of B
(B) in stap (3 van "Aanpassen aan
natuurlijke kleur (witbalans)".
2 Film een wit voorwerp, zoals een wit
vel papier, (zorg ervoor dat dit het hele
scherm vult) in dezelfde
lichtomstandigheden als voor het
onderwerp.
3 Druk op de (één keer)-toets C.
A of B begint snel te knipperen.
Het licht zal blijven branden wanneer de
witbalansaanpassing voltooid is en de
aangepaste waarde is opgeslagen onder
A of B.
b Opmerkingen
• Wanneer de witbalans niet goed is ingesteld,
gaat A of B traag in plaats van snel
knipperen. Pas het onderwerp aan en stel de
sluitertijd in op automatisch of ong. 1/50 en
probeer de witbalans opnieuw in te stellen.
• Het instellen van de witbalans kan een tijdje
duren, afhankelijk van de
opnameomstandigheden. Om een andere
handeling te verrichten alvorens de instelling te
voltooien, zet u de schakelaar voor het
witbalansgeheugen B in een andere stand om
de witbalansaanpassing tijdelijk te annuleren.
De witbalans automatisch aanpassen
Druk op de WHT BAL-toets A of zet de
AUTO/MANUAL-schakelaar D op
AUTO.
b Opmerkingen
• Als u de AUTO/MANUAL-schakelaar D op
AUTO zet, worden ook andere handmatig
aangepaste items (iris, gevoeligheid en
sluitersnelheid) automatisch.
U kunt de beeldkwaliteit aanpassen door
beeldprofielitems zoals [GAMMA] en
[DETAILS] aan te passen.
Sluit de camcorder aan op een televisie of
een monitor, en pas de beeldkwaliteit aan
terwijl u het beeld op de televisie of de
monitor bekijkt.
Beeldkwaliteitsinstellingen voor
verschillende opnameomstandigheden
worden als standaardinstellingen
opgeslagen onder [PP1] tot [PP6].
b Opmerkingen
• Wanneer u [x.v.Color] in het menu
(CAMERA INST.) instelt op [AAN], wordt het
beeldprofiel uitgeschakeld.
De beeldkwaliteit aanpassen
(beeldprofiel)
De instellingen voor camcorderopnamen wijzigen (vervolg)
Kommentare zu diesen Handbüchern