Optimaal gebruik van de diverse functies van de camera
Diverse functies
73
NL
U kunt het bereik van de automatische scherpstelling beperken. Met deze
functie kan de camera op een onderwerp scherpstellen zonder storende
invloed van voorwerpen op de achtergrond en voorgrond.
AF-bereikregeling
2 Stel de maximale opnameafstand in
met het instelwiel voor en stel de
minimale opnameafstand in met het
instelwiel achter.
1 Druk op de AF RANGE-
knop zodat het AF RANGE-
scherm verschijnt.
3 Vergrendel de afstand door
nogmaals op de AF RANGE-
knop te drukken.
Het AF-vlak en hulpvlak die
overlappen met het
onderwerp dat in het door u
ingestelde AF-bereik is,
kleuren geel.
Een hulpvlak wordt alleen
getoond wanneer een
compatibele lens aan de
camera is bevestigd.
Kommentare zu diesen Handbüchern